Zorg en Welzijn

23/12/2022
zorgwelzijn-logo

Hier is wel plaats in de herberg: ‘Op straat heb je geen hoop, dan trek je je terug in vluchtgedrag’

Door: Carolien Stam, Redacteur Zorg+Welzijn

 

Ze zwierf 6 jaar lang over straat. Ook toen ze zwanger was. Baby Levi werd geboren en afgestaan. Tot Margot (40 jaar) begeleiding kreeg via de Beschermde Wieg en het Babyhuis. ‘Deze mensen hebben van mij een mooi persoon gemaakt.’ Deel 3 uit onze 3-delige kerstserie over mensen die een plek vinden voor hen die in andere herbergen geen thuis vonden.

Het babyhuis in Kerstsfeer
‘Levi werd 5 maanden geleden op vrijdagavond geboren. De maandag erna is hij weggehaald. Ik had gekozen voor een pleeggezin, ik kon niet zorgen voor mijn kind. Ik leefde al zes jaar op straat, bang dat mijn ex me zou vinden. Gevlucht voor zijn mishandelingen. Ik heb nog wel in de winteropvang gezeten. Angstig? Ze hebben een bed in het kantoor neergezet. Elke dag om 7 uur ‘s ochtends werden we met het busje naar de stad gebracht om weer een dag te overleven. Toen ik in de 7de maand was, vond ik een plek in het daklozenhotel in Scheveningen. En kreeg ik via de chat contact met Ingrid van de Beschermde Wieg. Ze hebben altijd in mij geloofd, ik ben hen zo dankbaar.’

‘Ik kom uit een gewelddadige relatie, psychische mishandeling. Hij zei altijd: “Als je weggaat, dan weet ik jou te vinden”. Hij had een dossier aangemaakt en precies opgeschreven wat hij zou doen als ik me ergens aan zou melden voor hulp. Met Kerst, nu 7 jaar geleden, sloot hij me twee dagen in de kelder op. Ik ben daarna gevlucht en heb letterlijk uit angst de volgende 6 jaar op straat gezworven. Bang dat hij me zou vinden.’

Dakloos en zwanger, wat nu?
‘Op een gegeven moment zocht ik weer contact met mensen en ging op Tinder. Ik vond een leuke man en een paar maanden later was ik zwanger. Eerst negeerde ik de signalen, maar na een maand of drie was ik misselijk en ziek. Ik ben gaan zoeken op internet: “Dakloos en zwanger, wat nu?” en raakte via de chat in contact met Ingrid van de Beschermde Wieg. Ik kreeg hoop.’

‘Na een paar weken vluchtte ik weer weg, de straat op. Ja, ondanks de hulp van Ingrid. Daar heb ik nu zo’n spijt van. De reden? Ik was het vertrouwen kwijtgeraakt in de hulpverlening door jarenlang op straat te leven en niet te passen in het hulpsysteem. Je moet je aanmelden voor de nachtopvang en je wordt alleen geaccepteerd als je dakloos bent met een ernstige aandoening, psychische problemen, verslaving, trauma. Daar paste ik niet in, ik was niet drugsverslaafd of alcoholist. Je krijgt dan het gevoel: “Niemand kan me helpen, dus laat me met rust”. Om mezelf te beschermen vluchtte ik de straat weer op.’

Ik kan geen goede moeder zijn
‘In die tijd op straat kwam alles weer boven: de psychische mishandelingen door mijn ex, het seksueel misbruik door mijn stiefvader, de zelfmoord van mijn moeder. Hij, mijn stiefvader, kwam bijna elke avond naar mijn kamer, vanaf mijn zesde, 6 jaar lang. Ik heb het lange tijd weg kunnen stoppen. Maar met die zwangerschap en alles…. je wordt moeder en je hebt voortdurend het gevoel dat je geen goede moeder kunt zijn.’

‘Gelukkig kwam ik weer in contact met Ingrid via de kerk waar ik soms kwam. André, de geestelijk verzorger, zei: “Wij geloven in jou” en dat gaf me net dat duwtje om onder begeleiding van de Beschermde Wieg mijn kind af te staan aan een pleeggezin. Na de bevalling stortte ik totaal in. Ik heb Levi 2 dagen gezien en gevoeld, toen werd hij in het pleeggezin geplaatst. Mijn lichaam en mijn hoofd schreeuwde om een baby, maar die was er niet meer. Ik ben opgenomen in de crisisopvang van Parnassia. Eerst in de gesloten opvang. Met veel liefde en zorg hebben ze me erdoorheen gesleept. Na drie weken mocht ik Levi 1 dag per week zien. Hij had het goed bij zijn pleeggezin, heel lieve mensen.’

Begeleiding voor mijn trauma
‘Via de Beschermde Wieg ben ik in het Babyhuis terecht gekomen. Ik wilde graag voor Levi zorgen. Na drie maanden in de GGZ oordeelde de rechter dat ik met begeleiding Levi weer terug kon krijgen. Een andere Moeder-kind opvang had een wachtlijst van 10 maanden. Het Babyhuis bood direct plek. Het ging zo snel, op vrijdag de intake en maandag erna het verlossende nieuws. Een dag later zag ik mijn zoontje. Ik ben zo gelukkig met de opvang hier. Die professionals hier, al die vrijwilligers die er elke dag zijn, ze geven me kracht. Ik heb begeleiding voor mijn trauma, ik krijg hulp met het opvoeden van Levi. Iedereen die hier werkt heeft zijn eigen kracht en bij elkaar zijn ze zo fantastisch. Ik heb zoveel geleerd over hoe je liefde geeft, hoe je structuur in je leven brengt. Zij hebben van mij een mooi mens gemaakt, zij zijn mijn familie.’

‘Al deze mensen van het Babyhuis hebben mij de liefde, het vertrouwen en de begeleiding gegeven die Levi en ik nodig hebben. Ik heb 6 jaar met de hersens van een dakloze rondgelopen; met het idee: “Je verdient niets”. Hier kan ik als moeder groeien en contact opbouwen. Ik mag trots zijn op mezelf en denken: “Ik mag er zijn”. Ik zat vorige week hier in het babyhuis aan tafel met mijn andere zoon, nu 11 jaar, die bij zijn vader woont, en met Levi in de box. Dan komt het geluk bij me binnen. Dit heb ik te danken aan de fantastische mensen van het Babyhuis.’

Sparen voor een huisje
‘De toekomst? Ik ben aan het sparen voor een huisje. Daarvoor moeten we nog heel wat zaken regelen. Mijn Babyhuis-mentor Manon helpt mij met alle formulieren en problemen met de gemeente. Ik was 6 jaar op straat en niet aangemeld. Dan moet ik aantonen dat ik niet 6 jaar in een warm land heb gewoond. Dat is nog wel een ding. Manon helpt mij die strijd aan te gaan.’

Na tweeëneenhalve maand zit ik al op de bovenste etage, met meer zelfstandigheid, samen met 4 andere moeders. Ik heb mijn eigen “penthouse”, een kamer waar ik kan slapen en kan zitten. We hebben in deze, meer zelfstandige fase meer rust en ruimte om zelf voor de baby te zorgen. We doen boodschappen, eten niet meer perse in de groep. Al ga ik ’s avonds wel een bakkie doen bij de moeders op de middelste etage.’

De volgende kerst zit ik in mijn eigen huisje, niet meer in deze herberg. Moeders zitten hier maximaal 6 maanden. Ik zou graag iets terug willen doen voor het Babyhuis, vrijwilligerswerk ofzo. En ik wil graag voorlichting op basisscholen geven aan leerkrachten over signalen van seksueel misbruik. Het is van levensbelang daar alert op te zijn. Ik kwam vaak ziek op school, kon soms niet op mijn billen zitten. Als een leraar op school daar meer aandacht aan had gegeven, dan had er eerder ingegrepen kunnen worden.’

Stichting het Babyhuis

Doneren

Steun ons en doneer eenmalig aan het Babyhuis, iedere gift is welkom, groot of klein.